Hondenverbod en handhaving in Noordwijk College Noordwijk

Noordwijk 17.09.2018 - Inzake het hondenverbod op het Noordwijkse strand zijn door de fractie van de VVD Noordwijk vragen gesteld en cijfers over de gevoerde handhaving.

De fractie schrijft het volgende.

'Alle fracties zijn door middel van een schrijven van een inwoner op de hoogte gesteld van een incident dat plaats heeft gevonden tussen handhavers en bewoners/toeristen aangaande onduidelijkheid met betrekking tot het hondenbeleid op het Noordwijkse strand, tussen afrit 1 en 21.

De fractie van de VVD Noordwijk heeft hier eerder al vragen over gesteld en ook bij amendement het beleid willen aanpassen. Dit amendement is tot twee maal toe gestrand door gelijke (stakende) stemmen. De Noordwijkse WD is teleurgesteld dat hier nu, ruim 2 jaar later, nog steeds problemen optreden.'

De Noordwijkse VVD heeft de volgende vragen:

1.) Is het waar dat, zoals de briefschrijver beschrijft, er sprake is geweest van een situatie waarbij bezoeker en handhaver een dusdanig onprettig gesprek hadden dat het nodig was de politie in te schakelen? Zo ja, was de manier van handhaven in lijn met het geldende beleid en zijn er meer soortgelijke incidenten bekend?

Antwoord:

Nee, dat is niet waar. De overtreder weigerde zich te legitimeren. In een dergelijke geval moet een BOA de hulp van de politie inroepen omdat de politie legitimatie kan vorderen en bij het uitblijven van medewerking kan overgaan tot aanhouding van de betreffende persoon. In het Leidsch Dagblad verscheen op 22 mei 2018 het artikel "Hond op de Voorstraat 42 strandafgang' Hierin wordt de rechtszaak van de heer Van Kessel beschreven, die 2201 HW Noordwijk met succes bezwaar maakte tegen een boete, uitgedeeld op het betonnen pad. 

2.) Hoe leest uw college deze gerechtelijke uitspraak? Heeft u het gevoerde hondenbeleid aangepast naar aanleiding van deze uitspraak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke wijzigingen heeft u doorgevoerd?

Antwoord:

De vrijspraak is het gevolg van een fout door het Openbaar Ministerie. De behandelende Officier van Justitie was bij de voorbereiding van de zaak kennelijk uitgegaan van de Model - APV van de VNG. Hij heeft daarbij over het hoofd gezien dat de Noordwijkse APV afwijkt van het model, onder andere ten aanzien van de regels voor het strand. (De Model-APV kent, in tegenstelling tot de Noordwijkse verordening, geen specifieke regels voor het strand.) Daardoor heeft de officier geen rekening gehouden met de in de Noordwijks APV opgenomen definitie van het begrip "strand".

Door de heer Van Kessel werd tijdens de zitting aangegeven, dat hij op de met stelconplaten verharde afrit stond en dat hij daardoor van mening was dat hij niet echt op het strand stond met zijn hond. Doordat het OM op dat moment verzuimde aan te geven dat de Noordwijkse APV een eigen definitie bevat van het begrip "strand" is de rechter er (ten onrechte) van uit gegaan dat er geen specifieke definitie was voor wat onder "strand" moet worden verstaan. In het geval dat een definitie ontbreekt moet doorgaans worden aangesloten bij hetgeen in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk wordt verstaan onder "strand".

Daarbij heeft de rechter kennelijk geoordeeld dat het niet ongebruikelijk is dat met strand feitelijk het zandstrand wordt bedoeld. Volgens die gedachtegang heeft de heer Van Kessel niet op het strand gestaan met zijn hond. Die gedachtegang is echter gebaseerd op de onjuiste aanname, dat er geen definitie zou bestaan van het begrip "strand". De Noordwijkse APV bevat immers wel degelijk een dergelijke definitie. Het voorgaande is overigens de gang van zaken zoals wij die naar beste weten hebben gereconstrueerd op basis van informatie van de heer Van Kessel en van het OM.

De gemeente was bij deze zaak immers geen partij (want als een BOA gebruik maakt van zijn/haar verbaliserende bevoegdheden, wordt dat gedaan onder de verantwoordelijkheid van het OM en niet die van de gemeente) en de zaak is mondeling afgedaan. Er is dus geen gerechtelijke uitspraak waarin het één en ander nagelezen kan worden. Mede naar aanleiding van deze uitspraak heeft het OM verzocht om voortaan bij de omschrijving van het strafbare feit nadrukkelijk te verwijzen naar de definitie van het strand zoals opgenomen in de Noordwijkse APV, zodat het OM dit soort vergissingen niet meer zal maken en in voorkomende gevallen ook de rechter kan wijzen op de aanwezigheid van een definitie. Uiteraard is aan dit verzoek van het OM tegemoet gekomen en wordt er voortaan bij de feitbeschrijving nadrukkelijk verwezen naar "het strand zoals gedefinieerd in art. 1:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk".

Zoals gezegd: de vrijspraak van de heer Van Kessel was het gevolg van een vergissing van het OM. Door de inmiddels met het OM gemaakte afspraken zal herhaling met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet meer voorkomen. Gelet op het voorgaande vormt de vrijspraak van de heer Van Kessel geen enkele reden voor aanpassing van het hondenbeleid.

3.) Hoeveel boetes zijn er in het huidige seizoen uitgedeeld aan inwoners en toeristen die met de hond het wandelpad, de afrit, de strandpaviljoens of het strand zelf, tussen afrit 1 en 21, hebben betreden? Is dit aantal hoger of lager dan voorgaande jaren?

Antwoord:

Er zijn het afgelopen seizoen (tot op heden) door de BOA's van P1 en de eigen dienst 71 bonnen geschreven voor het overtreden van de hondenregels op het strand tussen afrit 1 en afrit 21. Vorig jaar zijn er in het seizoen 273 bonnen geschreven. Het zijn er dit seizoen dus aanzienlijk minder geweest dan vorig jaar.

4.) Hoeveel meldingen en klachten heeft u, via al uw verschillende kanalen, mogen ontvangen over het Noordw,fkse hondenbeleid en de uitgedeelde boetes? (Hierbij rekenen wij uw KCC, uw sociale mediakanalen, het VVV-kantoor en directe en indirecte klachten die namens inwoners, ondernemers, verhuurders en toeristen zijn binnengekomen mee)

Antwoord: Wij beschikken niet over de gevraagde gegevens. De vraag is dermate breed gesteld, dat wij er geen antwoord op kunnen geven. 

Wij gaan er van uit dat wij hiermee de gestelde vragen naar tevredenheid hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Noordwijk